calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Meepraten over Europese regels voor CRISPR-Cas

Artikel
27 september 2023

Hoogleraar Haring (links) en directeur Louwaars (rechts) geven hun visie op de regelgeving voor nieuwe gentechnieken (foto: Rathenau Instituut)

Image
Bezoekers van de bijeenkomst in Breda

Hoe wil de Europese Commissie nieuwe technieken om planten genetisch aan te passen in goede banen leiden? En welke gevolgen kan dat hebben voor waarden die Nederlanders belangrijk vinden? Daarover sprak het Rathenau Instituut met burgers in Breda en Arnhem. Hieronder een terugblik.

In het kort

  • CRISPR-Cas is een nieuwe techniek om relatief snel, goedkoop en eenvoudig de genetische eigenschappen van planten aan te passen.
  • Voor het genetisch veranderen van voedselgewassen gelden strenge regels in Europa.
  • De regering is positief over voorstellen van de Europese Commissie om bepaalde regels te versoepelen. Het Europees Parlement bepaalt binnenkort zijn standpunt.

Op een warme septemberavond zijn zo’n dertig mensen naar het Bredase cultureel centrum Nieuwe Veste gekomen om te praten over de plannen van de Europese Commissie met CRISPR-Cas.

Hoogleraar plantenbiologie Michel Haring legt uit dat CRISPR-Cas een nieuwe techniek is om een of meerdere genen van een plant uit te schakelen. Zo kunnen wetenschappers er bijvoorbeeld voor zorgen dat een plant resistent wordt tegen ziektes of een andere smaak krijgt. Zo’n nieuwe plant kan dan de basis worden van een nieuwe soort. 

Hij is er huiverig voor om deze nieuwe techniek vrij te stellen van regelgeving. ‘Als je het helemaal aan de markt overlaat, weet je dat er dingen gaan gebeuren die je als samenleving niet wilt.’ Hij is met name bezorgd over onvoorziene effecten en dat bedrijven te veel macht krijgen via patenten voor bepaalde toepassingen.

Niels Louwaars van de vereniging van zaadveredelingsbedrijven (Plantum) maakt zich juist zorgen over regelgeving die onnodig streng is. Hij legt uit dat het genetisch aanpassen van planten al duizenden jaren gebeurt. Door CRISPR-Cas kan dit sneller. ‘De techniek is een andere, het product niet.’  Mede namens de 300 leden van zijn vereniging benadrukt hij dat strenge regels ertoe kunnen leiden dat minder bedrijven de techniek kunnen gebruiken.

Vervolgens is het de beurt aan de bezoekers die aan vijf verschillende tafels zitten met een medewerker van het Rathenau Instituut. Ze stellen zich voor en krijgen kaarten met daarop de opvattingen van verschillende personen over de nieuwe technologie. Met wie kunnen ze zich het meest identificeren en waarom? Met een politicus, biologische boer, ecoloog, veredelaar, wetenschapper of bezorgde burger?

Niet per definitie tegen

De bijeenkomst in Breda is het vervolg op een onderzoek dat het Rathenau Instituut heeft gedaan naar hoe burgers denken over nieuwe gentechnieken. Al voordat de Europese Commissie haar plannen begin deze zomer presenteerde, spraken onderzoekers met een representatieve groep Nederlanders over de verschillende kanten van de nieuwe technieken. Daaruit bleek dat ze niet per definitie tegen het genetisch aanpassen van gewassen zijn, maar twijfelen of de nieuwe gewassen zullen bijdragen aan het oplossen van wereldproblemen zoals het voedseltekort. Ook zijn ze voor strenge regels.

Na een korte pauze krijgt Tessa Lange van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat het woord. I&W is een van de vijf departementen die bij de nieuwe regelgeving betrokken zijn. Lange legt uit dat de Europese Commissie voorstelt om niet alle CRISPR-Cas-toepassingen over een kam te scheren. De voorgestelde regels zijn het soepelst voor toepassingen die ook via traditionele veredelingsmethoden kunnen worden verkregen. Een extra beoordeling van de risico’s zal daar niet vereist zijn en de verplichting verdwijnt om het op etiketten te melden als ergens genetisch aangepast materiaal in zit. Voor gewassen die niet op een traditionele manier verkregen kunnen worden, blijven de risicobeoordeling en een vermelding op etiketten wel verplicht. Over patenten zal de Commissie pas later een voorstel presenteren.

Bloeddrukverlagende tomaat

De groepen praten verder over gewassen die nu al door CRISPR-Cas zijn aangepast. Zo is in Japan online zaad te koop van de bloeddrukverlagende GABA-tomaat.  Een Amerikaans bedrijf ontwikkelde koolzaad dat bestand is tegen bestrijdingsmiddelen zodat boeren onkruid kunnen bestrijden zonder hun koolzaadplanten te vernietigen. Een in Argentinië ontwikkelde sojaboon die beter bestand is tegen droogte, komt in 2027 op de markt.

Dat de bezoekers verschillend aankijken tegen de voor- en nadelen van CRISPR-Cas, blijkt als de groepsgesprekken overgaan op de waarden die erdoor bedreigd of juist versterkt worden. Terwijl de een pleit voor zorgvuldige risicobeoordelingen van alle planten die met de nieuwe techniek zijn aangepast, vinden anderen zo’n beoordeling niet nodig omdat veel van die aanpassingen ook in de natuur kunnen voorkomen. Volgens hen zou een verplichte vermelding op etiketten consumenten nodeloos afschrikken. Anderen vinden zo’n vermelding juist noodzakelijk om consumenten keuzevrijheid te geven.

Buiten Den Haag en Brussel

De dialoog op 7 september in het Bredase cultureel centrum Nieuwe Veste was de tweede dialoogavond die het Rathenau Instituut organiseerde over de Europese plannen met CRISPR-Cas. Op 6 september vond een vergelijkbare avond plaats in het Arnhemse cultureel centrum Rozet.

‘Het is eigenlijk niet mogelijk om uit deze avonden conclusies te trekken over hoe Nederlanders over dit onderwerp denken’, zegt Michelle Habets van het Rathenau Instituut. ‘We hadden bezoekers die weinig van het onderwerp wisten en puur uit interesse of bezorgdheid waren gekomen, maar ook mensen die er beroepsmatig mee bezig zijn en duidelijke belangen hebben. Maar de taak van ons instituut is niet alleen het doen van onderzoek. We stimuleren ook het maatschappelijke debat over wat nieuwe technologische ontwikkelingen kunnen betekenen voor de samenleving en welke keuzes we daarin kunnen maken. Het is belangrijk om het gesprek daarover ook buiten Den Haag en Brussel te voeren.’

Lees hieronder meer over ons onderzoek