In het kort
- Tussen 2005 en 2022 groeide het aantal postdocs van ruim 2.100 naar bijna 3.700.
- Ongeveer 40% van de postdocs is vrouw.
- 68% van de postdocs komt van buiten Nederland.
Postdoc is een internationaal gebruikte term voor een jonge, net gepromoveerde onderzoeker aan een universiteit, universitair medisch centrum of onderzoeksinstituut. Postdocs hebben tijdelijke dienstverbanden, moeten een plaats veroveren in de wetenschappelijke orde en coachen soms promovendi. De meeste postdocs kiezen na een, twee of drie postdoc-aanstellingen, al dan niet noodgedwongen, voor iets anders.
Aantal postdocs groeit
In Nederland groeide het aantal postdocs van 2.146 fte in 2005 naar 3.698 fte in 2022. De gebieden techniek en natuurwetenschappen groeiden absoluut het sterkst. De gebieden landbouw en gedrag en maatschappij laten procentueel de grootste stijging zien. Het aantal fte aan postdocs binnen de natuurwetenschappen is sinds 2011 redelijk stabiel (ongeveer 1.000 fte). Binnen het gebied gedrag en maatschappij stabiliseerde het aantal fte aan postdocs vanaf 2012 (ongeveer 600 fte). Binnen de techniek is het aantal postdocs het grootst met 1.144 fte in 2022. Zie ook de grafiek hieronder.
Landbouw | Natuur | Technisch | Economie | Rechten | Gedrag en maatschappij | Taal en cultuur | |
2005 | 164 | 673 | 636 | 86 | 89 | 281 | 217 |
2006 | 178 | 787 | 691 | 95 | 83 | 287 | 231 |
2007 | 196 | 851 | 773 | 119 | 79 | 301 | 213 |
2008 | 206 | 859 | 836 | 111 | 88 | 341 | 198 |
2009 | 227 | 926 | 883 | 121 | 93 | 435 | 223 |
2010 | 214 | 975 | 863 | 142 | 103 | 481 | 225 |
2011 | 227 | 974 | 799 | 157 | 109 | 495 | 253 |
2012 | 241 | 1019 | 763 | 169 | 132 | 603 | 259 |
2013 | 238 | 1012 | 792 | 136 | 114 | 604 | 237 |
2014 | 228 | 1052 | 873 | 115 | 108 | 642 | 255 |
2015 | 244 | 1062 | 860 | 110 | 98 | 659 | 236 |
2016 | 230 | 1055 | 908 | 103 | 111 | 659 | 237 |
2017 | 245 | 1024 | 999 | 114 | 113 | 627 | 241 |
2018 | 249 | 1029 | 1043 | 119 | 110 | 623 | 245 |
2019 | 304 | 1053 | 1150 | 115 | 105 | 624 | 275 |
2020 | 326 | 1128 | 1224 | 125 | 121 | 671 | 272 |
2021 | 344 | 1136 | 1174 | 123 | 119 | 631 | 245 |
2022 | 362 | 1067 | 1144 | 120 | 112 | 587 | 268 |
Meer vrouwen en meer buitenlandse postdocs
Het aandeel vrouwelijke postdocs steeg tussen 2005 en 2022 van 34% naar 41%. Het aandeel vrouwen is het grootst binnen het gebied Gedrag en Maatschappij (58%) en het kleinst binnen de Techniek (27%).
Het aandeel buitenlandse postdocs met een aanstelling in Nederland steeg van 46% in 2007 naar 68% in 2022. Van deze buitenlandse postdocs komt meer dan de helft van buiten Europa. Zie ook de figuur hieronder.
Buiten de EER | Uit de EER | Nederland | |
2007 | 511 | 681 | 1377 |
2008 | 599 | 715 | 1348 |
2009 | 692 | 804 | 1444 |
2010 | 696 | 880 | 1456 |
2011 | 697 | 898 | 1441 |
2012 | 722 | 952 | 1534 |
2013 | 735 | 937 | 1481 |
2014 | 839 | 986 | 1468 |
2015 | 887 | 1003 | 1406 |
2016 | 961 | 1001 | 1374 |
2017 | 1009 | 1010 | 1382 |
2018 | 1147 | 999 | 1290 |
2019 | 1299 | 1061 | 1299 |
2020 | 1435 | 1173 | 1301 |
2021 | 1388 | 1171 | 1251 |
2022 | 1263 | 1021 | 1082 |
Groei onder andere vanwege tijdelijke projecten
Er zijn meerdere verklaringen voor het stijgende aantal postdocs. Ten eerste is het voor universiteiten aantrekkelijk om postdocs aan te nemen voor het vele werk op de universiteit. Er zijn steeds meer studenten en promovendi die begeleid moeten worden en er wordt steeds meer onderzoek verricht. Ten tweede hebben universiteiten te maken met veel niet-structurele inkomsten. Het aanstellen van tijdelijke krachten zoals postdocs ligt dan voor de hand. Ten derde is de postdocfunctie ideaal om talentvolle onderzoekers te selecteren.
Voor pasgepromoveerde wetenschappers biedt de postdocfunctie een kans om in de wetenschap te blijven en mogelijk door te groeien. Overigens is de concurrentie enorm. Terwijl het aantal postdocs steeg, steeg namelijk eveneens het aandeel tijdelijke contracten bij vervolgfuncties zoals bijvoorbeeld de functie van universitair docent.
Het Wetenschappelijk Onderwijs Personeel Informatie databestand (WOPI-databestand) wordt jaarlijks door UNL bij veertien universiteiten opgevraagd volgens een vastgesteld format en definitieafspraken. De peildatum van de WOPI-data is 31 december van het betreffende jaar. Het betreft al het personeel dat voor bepaalde of onbepaalde tijd een arbeidsovereenkomst heeft met de betreffende universiteit. Student-assistenten en tijdelijk ingehuurd personeel worden niet meegenomen. In de loop van de jaren is het personeel van de medische faculteiten binnen bijna alle academische ziekenhuizen overgegaan van de universiteit als werkgever naar het academische ziekenhuis ofwel het universitair medisch centrum (umc). Het gebied Gezondheid (volgens de HOOP-classificatie) laat om die reden een inconsistent beeld zien van universitair personeel, met name bij vergelijkingen over de jaren heen, en wordt daarom niet meegenomen in de data en grafieken.
- WOPI-data UNL (jaarlijks databestand).
- Rathenau Instituut (2013). Academische carrières en lopbaanbeleid. Den Haag (auteurs: Goede, M. de, R. Belder & J. de Jonge.
Voor een uitleg van de gebruikte definities en afkortingen verwijzen we graag naar de webpagina Definities en afkortingen.
Downloads
-
NL-Cijfers over universitair personeel WOPI.xlsx
bestand type xlsx - bestand formaat 309.72 kB
Gerelateerde publicaties
- Academische carrières en loopbaanbeleid
- Zoekstrategieën in de academische loopbaan
- Academische carrière van wetenschappers
- De hoogleraar
- Tijdelijk en vast aangestelde wetenschappers binnen universiteiten
- Het personeel bij de universitair medische centra
- Tijdelijke contracten bij universiteiten in perspectief
- Wetenschappelijk en ondersteunend personeel per universiteit en vakgebied