calendar tag arrow download print
Doorgaan naar inhoud

Budget verdelen voor vrij wetenschappelijk onderzoek

Rapport
20 december 2023

Uit het rapport NWO-programma’s voor vrij onderzoek. Mogelijke grondslagen voor budgetverdeling blijkt dat het niet eenvoudig is om een geschikte grondslag aan te wijzen voor de verdeling van het budget. (Foto: de Universiteitsbibliotheek van de TUDelft - ANP)

Image
De bibliotheek van TUDelft

Het is niet eenvoudig om het geld voor vrij wetenschappelijk onderzoek te verdelen over verschillende wetenschappelijke disciplines. Wie op zoek gaat naar een basisprincipe voor budgetverdeling, stuit op praktische bezwaren. Dat blijkt uit onderzoek van het Rathenau Instituut.

De historie bepaalt

NWO, de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, heeft twee programma’s voor de financiering van vrij onderzoek: de Open Competitie en het Talentprogramma, bekend van de Veni-, Vidi- en Vicibeurzen. Bij dit type onderzoek formuleert de wetenschapper zelf een onderzoeksvoorstel; nieuwsgierigheidsgedreven onderzoek dus.

De verdeling van het beschikbare budget uit deze NWO-programma’s is historisch gegroeid. Daarmee liggen de percentages van het beschikbare budget min of meer vast voor de verschillende wetenschapsdomeinen. Een expliciete grondslag voor de verdeling van het geld over de verschillende wetenschapsgebieden ontbreekt. Iedere budgetverdelingsronde ligt de vraag weer op tafel of dat niet anders kan.

NWO vroeg het Rathenau Instituut daarom een aantal praktische indicatoren aan te reiken om rekening mee te houden bij de verdeling van het budget. Wat zijn mogelijke grondslagen voor de verdeling van het budget voor vrij onderzoek?

De vraag naar onderzoeksfinanciering

Uit het rapport NWO-programma’s voor vrij onderzoek. Mogelijke grondslagen voor budgetverdeling blijkt dat het niet eenvoudig is om een geschikte grondslag aan te wijzen voor de verdeling van het budget. Alleen de omvang van de vraag naar financiering uit de verschillende wetenschapsgebieden komt in aanmerking als een praktisch haalbare basis voor de budgetverdeling. Hoe groter de vraag naar financiering binnen een wetenschapsdomein, hoe groter het aandeel van het budget dat daar dan heen zou gaan. De vraag naar financiering kan je direct meten door te kijken naar feitelijke aanvragen, of indirect via aantallen promoties in een wetenschapsdomein, de omvang van de wetenschappelijke staf of de onderzoeksoutput.

Andere mogelijke grondslagen voor de verdeling van het beschikbare budget, zoals de kwaliteit of de impact van onderzoek, zijn in de praktijk niet haalbaar. Kwaliteit en impact van het type onderzoek waarvoor de Open Competitie en het Talentprogramma bedoeld zijn, zijn niet goed meetbaar. Op deze dimensies zijn onderzoeksvoorstellen uit de diverse wetenschapsdomeinen onderling niet goed vergelijkbaar.

Inzicht in het wetenschapssysteem

Het rapport kwam tot stand door middel van desk research en interviews. Daarbij is ook gekeken naar hoe in andere Europese landen het geld voor vrij onderzoek wordt verdeeld en wat een geschikte procedure zou om financieringsaanvragen te beoordelen die de verschillende wetenschapsdomeinen overstijgen.

NWO-programma’s voor vrij onderzoek bouwt voort op inzichten uit eerdere publicaties van het Rathenau Instituut met feiten en cijfers over onder meer wetenschappelijk personeel in Nederland, de publicatie-output in wetenschapsgebieden, de loopbaanontwikkeling van onderzoekers en de aanvraagdruk bij NWO.

Lees de gehele publicatie:

Gerelateerde publicaties: